PIAS Handleiding  2024
Programma voor de Integrale Aanpak van het Scheepsontwerp
Hydrotables: hydrostatische- en stabiliteitstabellen
De module Hydrotables is bestemd voor het berekenen en samenstellen van hydrostatische en stabiliteitstabellen (of -grafieken) die gerelateerd zijn aan rompvorm en/of compartimenten, en wel de volgende:

  • Hydrostaticatabellen, ofwel carènetabellen.
  • Tabellen of grafieken van dwarskrommen, ofwel krommen van dwarsscheepse stabiliteit, ofwel NKsin(φ) waardes.
  • Bonjeantabellen.
  • Deadweighttabellen en deadweightschaal.
  • Tabellen van hellende windmomenten.
  • Tabellen en grafieken van maximaal toelaatbaar zwaartepunt in hoogte (KG'), zowel voor intact als lek schip.
  • Schottenkromme, ofwel kromme van vulbare lengte.
  • Tabellen van maximaal toelaatbaar graanmoment volgens de ‘SOLAS Grain Code’.
  • Trimdiagram van van der Ham.
  • Tonnage tabellen voor Europese binnenvaartschepen volgens de ‘Convention on the measurement of inland navigation vessels, Geneva, 15-2-1966’.

Hoofdmenu

Na het opstarten van Hydrotables komt men in het hoofdmenu, waarvan de diverse opties in de volgende secties nader toegelicht worden.

Instellingen per tabel of grafiek

Bij deze optie kan men per tabel- of grafieksoort de gewenste parameters opgeven, zoals trimbereik, stapgrootte en tabelsoort. Deze kunnen per individuele tabel of grafiek worden opgegeven, maar er is ook een mechanisme waardoor er gebruik kan worden gemaakt van de instellingen bij een andere tabel of grafiek, dat heet de gelinkte parameters.

In dit menu verschijnt onderstaande keuzelijst waar men per tabel of grafiek de diverse parameters op kan geven. Het mechanisme van de gelinkte parameters wordt alleen beschreven bij de tweede optie, Dwarskrommen tabellen, omdat het voor de andere tabellen volkomen analoog is. Ook andere instellingen die bij meerdere types tabellen voorkomen worden alleen bij de eerste keer besproken, dat wordt dus niet steeds herhaald.

Hydrostatica

Bij deze optie worden de parameters van de (te berekenen en af te drukken) hydrostatische- of carènetabellen opgegeven. De belangrijkste hiervan is de combinatie basiseenheid, startwaarde, stapgrootte en eindwaarde, hier kan men getallen intikken, maar ook <O> of <-O> voor resp. ∞ en -∞, daarmee loopt de tabel dan tot de grootst resp. kleinst mogelijke waardes voor het betreffende schip. De basiseenheid is de eenheid waarvan de uiteindelijke tabelwaardes in dit menu worden vastgelegd, en waarbij alle carènewaardes berekend en afgedrukt worden. Bij de carènetabel zijn de mogelijke basiseenheden het deplacement (in tonnen waterverplaatsing), de (gemiddelde) diepgang gemeten uit de basislijn, en de (gemiddelde) diepgang gemeten uit de onderkant van de kiel. De carènetabel wordt verder vastgelegd door de begin-, eind- en stapwaarde, die zijn vanzelfsprekend in de basiseenheid (dus in meter of in ton). Men zou zich ook kunnen wensen om los van de regelmatige tabelstap nog één of meer extra waardes in de tabel op te nemen, bijvoorbeeld precies op de zomerdiepgang (die meestal niet precies samen zal vallen met een mooie afgeronde tabelstap). Dat kan men doen bij de [Aantal extra waardes]. Als de optie [Afgeronde stapgrootte] op ja gezet wordt dan wordt niet exact de opgegeven stapgrootte gebruikt, maar wordt deze afgerond tot een ‘mooie’ waarde. Dit afronden werkt altijd (met uitzondering van de Extra waardes)(als men het aangezet heeft), maar komt pas tot z'n recht bij gebruik van gelinkte parameters.

Tenslotte kan men nog de trimmen opgeven waarvoor de tabellen berekend moeten worden, en het uitvoerformaat, waar drie soorten van zijn:

  • Een korte tabel, waarbij per diepgang (of deplacement) één regel wordt afgedrukt met de belangrijkste carèneresultaten.
  • Een lange tabel, waarbij per diepgang (of deplacement) een kolommetje wordt afgedrukt met daarin alle primaire carèneresultaten.
  • Een uitgebreide tabel, met eveneens een kolommetje per diepgang of deplacement, met daarin ook een aantal extra of afgeleide resulaten, t.w.:
    • Vormcoëfficiënten.
    • Nat oppervlak, d.w.z. de som van de nat oppervlakken van de met Hulldef gedefinieerde rompvormen, zonder hun spiegeloppervlak. De reden dat het spiegeloppervlak is weggelaten is dat dit t.b.v. weerstandsberekeningen gangbaar is.
    • De waterlijncoëfficient vóór L/2, zoals benodigd bij de vrijboordberekening art. 39 (ter bepaling van de minimum boeghoogte).

Deze handleiding is niet de plaats om alle uitvoerparameters in extenso te bespreken, maar een paar opmerkingen zijn hier wel op hun plaats:

  • Het volume van een eventueel opgegeven gemiddelde huidplaatdikte wordt inbegrepen bij het gemalde volume, zie ook Hoofdafmetingen en toeslagen huid en aanhangsels.
  • Alle vormcoëfficiënten worden bepaald d.m.v. deling door de nominale hoofdafmetingen (zoals LLL en gemalde breedte), en dus niet door de werkelijke waterlijnlengte en -breedte op een beepaalde diepgang.
  • Als waterlijnkarakteristieken (zoals oppervlak of traagheidsmomenten) een beetje schokkerig zouden verlopen met de diepgang, dan staat de verklaring daarvan en de remedie in Aantal spanten.

Het feitelijk afdrukken van de tabellen gebeurt bij optie Uitvoer volgens de opgegeven uitvoervolgorde, waarmee alle in Opgeven van de uitvoervolgorde gespecificeerde tabellen in één keer berekend en afgedrukt worden. Maar voor een incidentele afdruk van alleen de carènetabel kan ook gebruik worden gemaakt van de optie [Print] in dit menu.

Dwarskrommen tabellen

De instellingen bij de dwarskrommen zijn analoog aan die van de hydrostatica: basiseenheid, startwaarde, stapgrootte en eindwaarde. Bij de dwarskrommen kan gekozen worden uit de volgende uitvoerformaten:

  • Een uitgebreide tabel, die voor iedere hoek de deplacementen, drukkingspunten en KN.sin(φ) — waarvan de definitie is gegeven in Definities en eenheden — weergeeft. In deze uitgebreide tabel zijn ook diepgangen opgenomen, in een kopje kan bv. staan Tφ=0 of Tφ=20; dat betekent dat dit de diepgang is bij een hoek van resp. nul of twintig graden.
  • Een korte tabel, die slechts de KN.sin(φ) bevat.
  • Een optionele extra tabel die aangeeft bij welke hoek/deplacementscombinatie het schip vervult door een open opening.

Vervolgens is er de vraag naar welke zijde (BB/SB) de dwarskrommentabel wordt berekend en afgedrukt. Dat wordt geregeld door de instelling zoals besproken bij Intacte stabiliteit etc. berekenen met helling naar :

  • Is die instelling ‘bakboord’, dan is de tabel voor helling naar BB, is de instelling ‘stuurboord’ dan voor helling naar SB.
  • Bij ‘kant van de slagzij’ dan wordt er één tabel geproduceerd, voor helling naar SB. Dat is verder arbitrair, maar dit in PIAS altijd zo geweest en er is geen reden om dat te veranderen.
  • Bij ‘bakboord en stuurboord’ is de werking als volgt:
    • Bij uitsluitend symmetrische scheepsvormen zonder breedteverplaatsing: één dwarskrommentabel. De — eventuele — tabel van openingonderdompeling is geldig voor de slechtste zijde van BB of SB.
    • Bij asymmetrische scheepsvormen (of symmetrische vormen met een breedteverplaatsing) worden er twee aparte dwarskrommentabellen geproduceerd, één voor BB en één voor SB.

Voor het opgeven van de diverse numerieke parameters kan men ook gebruik maken van het link-mechanisme. Hierbij kan een parameters worden gekoppeld, gelinkt, aan de overeenkomstige parameter uit een andere tabel. Zo kan men bv. heel makkelijk het bereik en de stappen van de dwarskrommentabel koppelen aan die van de carènetabel. Dat doet men door in de eerste regel van de rechterkolom te kiezen ‘gelinkt aan parameters van de hydrostatica’, waarna in de rechterkolom die parameters verschijnen. Per parameter kan men, in de middelste kolom, dan de link aanzetten, waarna daar de waarde uit de carènetabel wordt gebruik. Dit mechanisme werkt ook bij een verschil in basiseenheden; stel dat de carènetabel is opgegeven op basis van diepgang, en de dwarskrommen op basis van deplacement, dan worden de carènediepgangen omgerekend naar deplacementen t.b.v. de dwarskrommen. I.h.a. zal dat niet tot ‘mooie’ deplacementswaarden leiden, maar met de optie [Afgeronde stapgrootte] (die besproken is bij de vorige paragraaf) kan dat worden afgerond.

Bedenk dat dit link mechanisme optioneel is; het is gemaakt voor uw gemak, zodat u makkelijk de diverse tabellen in dezelfde bereiken kunt produceren en reproduceren, maar het gebruik is niet verplicht. U kunt immers altijd gewoon de parameters van elke tabel los intikken, zonder koppeling met wat dan ook.

Dwarskrommen grafieken

Het parameterdefinitiemenu van de dwarskrommengrafieken is analoog aan dat van de dwarskrommentabellen. Met uitzondering van de optie [Verbind punten van lijn van vervullen van openingen met rechte lijnen], voor een nadere uitleg wordt verwezen naar Instellingen intacte stabiliteit en dan Punten van de GZ-curve verbinden met rechte lijnen.

In het geval dat de optie [Inclusief lijn die het vervullen van openingen weergeeft] aan is gezet dan is de betekenis van de getekende lijnen als volgt. De licht blauwe lijnen geven per opening het vervullen van die open opening weer. Als een dergelijke opening al voor de startwaarde of na de eindwaarde vervult dan zal deze lijn niet worden getekend. Tevens kan het zijn dat de KN.sin(φ) lijn wordt opgesplitst in een rood en groen deel door dat dan een open opening vervult raak. Hier geeft het rood deel aan dat het schip is volgelopen en dat het groene deel veilig is.

Bonjean tabellen

In dit menu worden de eigenschappen vastgelegd van de Bonjean tabellen, dat zijn tabellen van oppervlaktes en hoogtezwaartepunten van de in PIAS ingevoerde spanten. De parameters hier zijn analoog aan die van de carènetabellen.

Deadweighttabellen

In dit menu worden de parameters van de deadweighttabellen vastgelegd. Voor het vervaardigen van zulke tabellen is het nodig dat in elk geval de zomerdiepgang is opgegeven, dat kan bij het opgeven van de hoofdafmetingen bij Hulldef. Als andere vrijboord-gerelateerde diepgangen, zoals in zoetwater of WNA, ook zijn opgegeven (bij Maximale diepgangen cq. minimale vrijboorden) dan worden die in de tabellen meegenomen. In dit menu hoeven alleen de stapgrootte en het gewicht van het lege schip te worden opgegeven, die zullen voor zich spreken. Een voorbeeld van een deadweightabel is hieronder opgenomen.

Hydrotables_deadweighttabel.png
Deadweight tabel.

Deadweightschaal

In dit menu worden de deadweightschaalparameters vastgelegd, dat zijn er maar twee. In de eerste plaats het gewicht van het lege schip — wat hetzelfde is als bij de deadweight tabellen, en in de tweede plaats de vraag of er ook een Plimsollmerk naast de deadweightschaal moet worden afgedrukt. Als dat het geval is dan zullen de uitwateringsdiepgangen natuurlijk moeten zijn opgegeven in Maximale diepgangen cq. minimale vrijboorden. Overigens kan bij een deadweightschaal met een gering diepgangsbereik, en een tekening van het Plimsollmerk, die laatste behoorljk groot worden. Dat zij dan zo, dat komt omdat de `hark' van het Plimsollmerk moet corresponderen met de diepgangen uit de deadweightschaal, wat onvermijdelijk leidt tot zo'n effect.

Hydrotables_deadweightschaal640.png
Voorbeeld van een deadweightschaal.

Windmomenttabellen

Hier kunnen tabellen van windmomenten cq. windarmen vastgelegd en berekend worden. De samenhang tussen de diverse voor de windmomenten benodigde gegevens wordt besproken in Windmomenten, het wordt aanbevolen dat hoofdstuk eens door te lezen. Na het kiezen van deze optie komt men in een venster waarin de (in Hulldef ingevoerde) windgegevens staan, met daarbij in de eerste kolom of deze geselecteerd zijn. Met <Enter> (danwel <linkermuisknop dubbelklik>) komt men een niveau dieper, alwaar de stapgroottes (e.d.) van de windmomententabellen kunnen worden opgegeven, volkomen analoog aan de andere tabellen hier in Hydrotables. In een hoogst enkel geval wil men niet de windarmen met PIAS berekenen, maar zijn deze al beschikbaar uit andere bron, dan kunnen deze worden ingevoerd bij de invoermodule Hulldef, zie Windgegevens.

Tabellen van windarmen worden uiteindelijk afgedrukt voor alle combinaties van geselecteerde windgegeven en geselecteerde windcontouren. De afgedrukte windmomententabel bevat de volgende gegevens:

  • Diepgang.
  • Deplacement.
  • Windmoment.
  • Kenterende arm.
  • Windvangend oppervlak.
  • Windarm, welke de afstand tussen het aangrijpingspunt van de windvangend oppervlak en het zwaartepunt van het onderwaterschip, de halve diepgang of een vaste hoogte, afhankelijk van welke optie is gekozen in Hulldef. De gekozen optie wordt onderaan de tabel afgedrukt. De windarm wordt alleen afgedrukt als er sprake is van één constante winddruk, dus niet voor winddrukken die variëren met de hoogte.

Op deze uitvoer is echter een uitzondering, en die treedt op als de windmomenten door de gebruiker ingevoerd zijn (in Hulldef, zoals hierboven besproken). Dan worden alleen diepgang, deplacement en windarm afgedrukt, de andere gegevens zijn immers in dit geval niet beschikbaar.

Maximum KG' intact tabellen

Voor deze tabellen van maximaal toelaatbare KG' in intacte conditie moeten ook diepgangen en trimmen en zo worden opgegeven, volkomen eender aan de dwarskrommenparameters, zoals besproken bij Dwarskrommen tabellen. Aanvullende parameters voor de maximum KG' zijn:

  • Maximum KG' berekenen op basis van met de keuze uit ingestelde hoeken of standaard hoeken, zoals beschreven bij Bereken probabilistische lekstabiliteit op basis van.
  • Aantal windcontouren waarvoor de maximale KG' berekening gemaakt moet worden. Op het instellingenscherm wordt alleen het aantal geselecteerde contouren afgedrukt, maar als men dit wil wijzigen dan drukt men op [Enter] en verschijnt er een lijstje van bestaande windcontouren (zoals gedefinieerd bij Windcontour) waar men een keus uit kan maken. Elk gekozen contour impliceert een eigen stabiliteitscriterium en resulteert dus in een eigen maximum KG' waarde.
  • Maximum KG' resultaten weergeven als, met de keuze tussen maximum toelaatbare KG' en minimum vereiste G'M. Deze schakelaar heeft geen invloed op de berekeningen als zodanig, maar regelt of in de uitvoer de KG' dan wel de G'M wordt afgedrukt.

Maximum KG' intact grafieken

Het parameterdefinitiemenu van deze grafieken is gelijk aan dat van de maximum KG' tabellen.

Maximum KG' lek tabellen en grafieken

Bij deze optie geeft u de parameters op die van toepassing zijn voor het bereken van tabellen en grafieken van maximaal toelaatbare KG' in intacte conditie, zodanig dat bij lek raken nog aan lekstabiliteitscriteria voldaan wordt bij lek raken. Dit zijn complexe berekeningen, de instellingen hiervoor zijn dan ook iets uitgebreider dan bij de andere tabellen van Hydrotables. Daarom verschijnt er eerst het volgende keuzemenu:

Opgeven berekeningsparameters

In de eerste plaats kunnen hier beginwaardes, eindwaardes en stapgrootte e.d. van de tabellen worden opgegeven, die we onderhand wel kennen van de andere soorten tabellen hier in Hydrotables. Specifieke instellingen zijn:

  • Maximum KG' berekenen op basis van. Waarbij er dan een keuze is tussen ‘ingestelde hoeken’ en ‘standaard hoeken’. De achtergrond van deze keuze is volkomen identiek aan die bij de intacte KG', zie Maximum KG' intact tabellen.
  • Afdrukken maximum toelaatbare KG' in lekke toestand per. Met als keuzes ‘schadegeval’ en ‘deplacement’. Met ‘per schadegeval’ wordt per schadegeval en per trimligging één tabel afgedrukt met alle deplacementswaarden, alsmede een grafiek van maximaal toelaatbare KG' als functie van het deplacement. Met ‘per deplacement’r wordt voor elk deplacement per trimligging een tabel afgedrukt met alle schadegevallen.
  • Al dan niet met grafieken, dat zal voor zich spreken. Een voorbeeld van zo'n grafiek is hieronder opgenomen.
  • Aantal windcontouren waarvoor maximum KG' berekening gemaakt moet worden, zoals dat ook al is besproken bij Maximum KG' intact tabellen.
  • Maximum KG' resultaten weergeven als, met precies dezelfde betekenis als bij de tabellen en grafieken van intacte KG'.

De berekening van maximum toelaatbare KG' beslaat vele iteraties en tussenstappen (zoals de bepaling van maximale KG's voor de afzonderlijke stabiliteitseisen), waarvan het bepaald niet praktisch zou zijn om die allemaal in de uitvoer op te nemen. Om precies te begrijpen waarom een maximum KG' is zoals deze is bestond er vroeger de mogelijkheid om tussenresultaten op te slaan in een bestand, wat men dan na kon pluizen. Die optie is echter vervallen omdat er nu handiger mogelijkheden zijn. De lekgevallen die hier zijn opgegeven kunnen geïmporteerd worden bij de deterministische lekstabiliteit in Loading, zie [Import] bij Invoeren en bewerken van schadegevallen. En als ze dan Loading beschikbaar zijn dan kan men daar een beladingstoestand maken die precies de kritische KG' heeft, kijken wat er gebeurt, en welk criterium het meest kritisch is. Verdere details kunnen verkregen worden door aldaar de toetsing aan de criteria te voorzien van tussenresultaten, in de kolom ‘tussenresultaten’ van het stabiliteitseisenmenu zoals beschreven in Bewerken en selecteren verzamelingen stabiliteitseisen.

Hydrotables_Dvcgmax640.png
Grafiek van maximum toelaatbare KG' voor een lekgeval.

Selecteren en bewerken van schadegevallen

In dit menu, wat in detail wordt besproken in Invoeren en bewerken van schadegevallen, kunnen schadegevallen worden gedefinieerd, met een maximum van 500. Vergeet niet om bij elk schadegeval te controleren of een compartiment in intacte toestand vloeistof bevat, want die stroomt er bij beschadiging uit. Als dat het geval is dan moeten het gewicht en soortelijk gewicht ervan de laatste twee kolommen van elk schadegeval opgegeven worden.

Genereren van schadegevalinhouden

In de vorige menuoptie is beschreven hoe schadegevallen kunnen worden opgegeven. Bij een beperkt aantal gevallen hoeft dat niet arbeidsintensief te zijn, maar in sommige gevallen moeten repeterende combinaties van basisschadegevallen en tankvullingen ingevoerd worden (hier wordt met `basisschadegeval' alleen een combinatie van beschadigde compartimenten bedoeld, zonder nadere tankvullingen). Als er dan N basisschadegevallen zijn en M tankvullingen dan moet men handmatig NxM schadegevallen aanmaken. Bij grote N of M is het handiger om basisschadegevallen en tankvullingen apart op te geven, en de combinaties te genereren. Die voorzieningen zijn via dit menu bereikbaar, er zijn vier opties:

  • Selecteren van beladingstoestanden. Om te voorkomen dat voor de tankvullingen aparte datastructuren ontworpen moeten worden, wordt daarvoor gebruik gemaakt van bestaande beladingstoestanden, zoals deze gedefinieerd zijn in Loading. De tankvullingen van alle geselecteerde beladingstoestanden in dit menu zullen worden gebruikt bij het genereren van schadegevallen in de vervolgstappen.
  • Selecteren en bewerken van basisschadegevallen. Hier kunnen basisschadegevallen gekozen worden. Uit praktisch oogpunt zijn de basisschadegevallen gelijk aan die zoals gedefinieerd in Loading. Voor de verdere werking van dit menuscherm wordt verwezen naar Invoeren en bewerken van schadegevallen.
  • Genereer schadegevallen. Met deze optie worden de schadegevallen gegenereerd, waarbij de namen daarvan worden samengesteld uit de naam van het basisschadegeval en die van de beladingstoestand. Daarbij moet bedacht worden dat de achter- en voorgrenzen van een schadegeval, zoals bedoeld in het voorschriften waar die gebruikt worden, niet noodzakelijkerwijs overeen hoeven te komen met de uiterste compartimentsgrenzen. Als deze grenzen relevant zijn dan moeten ze met de hand worden toegevoegd. Dezelfde redenering geldt voor de `meercompartimentsschade' kolom in het schadegevallen menu, de instelling hiervan moet na genereren ook geverifieerd en zo nodig aangepast worden. Overigens zijn er van de generatieoptie twee varianten, één waarbij bestaande gevallen worden vervangen, en één als aanvulling op de bestaande schadegevallen.

Definiéren tussenstadia van vervulling

Hier kunnen de reguliere tussenstadia van vervulling worden opgegeven, als percentage van de vervulling in het eindstadium. Dit zijn dezelfde tussenstadia als bij de deterministische lekberekeningen in Loading kunnen worden opgegeven, zie Opgeven van tussenstadia van vervulling. Overigens zijn er nog veel meer overwegingen en mogelijkheden aangaande de tussenstadia, zie daarvoor Interne vervulling bij lekraken, door pijpleidingen en compartmentsverbindingen.

Schottenkromme

Met deze optie worden de parameters van een schottenkromme (kromme van vulbare lengten) vastgelegd. De schottenkromme geeft aan wat de maximale lengte van compartimenten mag zijn, om bij lek raken nog onder de indompelingsgrenslijn te blijven. Hiertoe moeten minimaal drie punten van de indompelingsgrenslijn worden gedefinieerd als bijzondere punten van het type ‘Grenslijn’ in de PIAS module Hulldef. De op te geven parameters zijn:

  • De eerste, laatste en stapgrootte van de ‘lengteplaats’ bepalen op welke plaatsen de vulbare lengten berekend worden. Normaal gesproken wordt voor de ‘eerste lengteplaats’ de achterkant van het schip genomen, voor de ‘laatste lengteplaats’ de voorkant en voor ‘stapgrootte’ een leuke stap, bv. 1/100 van de scheepslengte.
  • Het deplacement, in ton, en het langsscheepse zwaartepunt, in meter uit ALL, van het intacte schip.
  • De permeabiliteit, welke geldt voor de gehele kromme van vulbare lengte. Als men de kromme van vulbare lengte voor meerdere permeabiliteiten wil hebben dan zal de berekening meerdere malen gemaakt moeten worden.
  • De vermenigvuldigingsfactor, zoals deze is gedefinieerd in de Schepenwet bijlage die handelt over de schottenkromme.

Maximum graanmomenten tabellen

Met deze optie worden de parameters voor de tabel van maximaal toelaatbare graanmomenten (waarvan hieronder een voorbeeld is opgenomen) vastgelegd. Deze momenten worden berekend volgens de International Grain Code (IMO MSC.23(59)) voorschriften, voor een reeks van diepgangen of deplacementen en KG's. Behalve de gebruikelijke trim(men) en diepgangen — dan wel deplacementsrange — moet hier worden opgegeven:

  • Start, eind en stapgrootte van de hoogtezwaartepunten (KG) waarvoor de tabel berekend moet worden.
  • Of de dekrand niet te water mag komen. Dit criterium van toepassing op schepen gebouwd na 1 januari 1994. Bij schepen gebouwd na die datum is de hellingshoek t.g.v. het schuiven van graan beperkt tot 12 graden, of de hoek waarbij het dek te water komt. Voor schepen van voor 1994 is de maximum hoek 12 graden, ongeacht de vraag of dekrand te water komt. Ten behoeve van dit criterium moet wel de deklijn gedefinieerd zijn, dat kan met module Hulldef.

De zijde (BB/SB) waarvoor deze tabel geldig is hangt af van de instelling zoals besproken bij Intacte stabiliteit etc. berekenen met helling naar :

  • Is die instelling ‘bakboord’, dan is de tabel voor helling naar BB, is de instelling ‘stuurboord’ of ‘kant van de slagzij’ dan voor helling naar SB.
  • Bij ‘bakboord en stuurboord’ geeft de tabel het kleinste toelaatbare graanmoment van die voor helling naar BB of SB.
Attentie
Volgens de Grain Code moeten de hoeken 12° en 40° expliciet in de berekeningen inbegrepen worden. Zorg er dus voor dat deze hoeken ook zijn opgegeven bij de hoekenrange, in Config.
Hydrotables_maxgrain.png
Voorbeeld van een tabel van maximale graanmomenten.

Trimdiagram volgens van der Ham

Deze optie legt de parameters vast voor het trimdiagram volgens van der Ham (zoals gepubliceerd in Schip en Werf, 25ste Jaargang, 1958, No. 23). Bij PIAS wordt het zwaartepunt in lengte (tezamen met het deplacement) uitgezet in plaats van het moment in lengte zoals bij de definitie volgens van der Ham. Deze keus is gemaakt omdat de oorsprong van het assenstelsel in PIAS consequent met de ALL samenvalt; het assenkruis volgens van der Ham, waar de momenten t.o.v. LPP/2 worden uitgezet, is daar strijdig mee. Met dit diagram kan men op basis van een deplacement/lengtezwaartepunt combinatie in één oogopslag aflezen wat de diepgangen voor en achter worden (en andersom), zie het voorbeeld hieronder. De parameters die bij dit diagram opgegeven kunnen worden zijn:

  • Diepgangen dan wel deplacementsrange, die het bereik van het diagram aangeven. Let op: het diagram wordt altijd getekend met diepgangen op de beide assen, en deplacementen langs de ‘lijnen van gelijk deplacement’ in de grafiek, ongeacht of in dit menu diepgangen of deplacementen opgegeven zijn. Diepgangen die hier worden opgegeven worden overigens omgerekend naar deplacementen, dus voor mooie deplacementsstappen kan men beter deplacementen opgeven (dan wel de [afgeronde stapgrootte] op ‘ja’ zetten).
  • De maximum trim voor- en achterover. Dit moet een positief getal zijn, wat wordt gebruikt om het bereik van het zwaartepunt in lengte te bepalen.
  • Het aantal stappen van het zwaartepunt in lengte, deze bepaalt ongeveer het aantal lengtezwaartepuntslijnen in het diagram.
Hydrotables_vdHam800.png
Trimdiagram volgens v.d. Ham.

IWW tonnage tabellen

Met deze optie worden de parameters vastgelegd voor de tonnage tabellen volgens de ‘Convention on the measurement of inland navigation vessels, Geneva, 15-2-1966’. De enige extra parameters die hierbij nog moeten worden opgegeven, naast de gebruikelijke stapgrootte en start- en eindwaarde parameters, zijn de trimmen voor het Vlak van ledige inzinking(startwaarde) en de Lastlijn(eindwaarde). De tabel bestaat vervolgens uit een reeks van diepgangen, lopende van start- tot eindwaarde met hun respectievelijk trim, en bij die diepgangen de geinterpoleerde trim en het bijbehorende tonnage.

Opgeven van de uitvoervolgorde

In dit menu kan worden opgegeven welke tabellen in welke volgorde moeten worden afgedrukt. Per tabel kan daarbij ook een paginanummer en een hoofdstuknaam worden opgegeven (die tezamen met het paginanummer onderaan de bladzijde wordt afgedrukt). In de linkerkolom, geselecteerd, wordt aangegeven of de tabel van die regel daadwerkelijk inbegrepen is in de uitvoer die vervaardigd gaat worden.

Bij het berekenen van de tabel ‘Maximum KG' lek en intact’ zijn de parameters van Maximum KG' intact tabellen leidend.

Uitvoer volgens de opgegeven uitvoervolgorde

Met deze optie worden alle tabellen en grafieken afgedrukt, volgens hun instellingen en volgorde zoals vastgelegd met de vorige twee opties. Vanzelfsprekend is hun juistheid afhankelijk van de correctheid van de hoofdafmetingen en instellingen enz., zoals die opgegeven kunnen worden in Hulldef en Config, met name bij:

  • De windmomenttabellen, waarvan in deze module geen nadere instellingen opgegeven zijn, al het noodzakelijk is reeds elders vastgelegd, zie ook Windmomenten.
  • De deadweighttabellen en -schaal, die afhankelijk zijn van de diverse uitwateringsdiepgangen zoals opgegeven bij Maximale diepgangen cq. minimale vrijboorden.
  • Tabellen van maximaal toelaatbare KG', zowel intact als lek, die volkomen afhangen van de stabiliteitscriteria zoals die opgegeven kunnen worden bij Stabiliteitscriteria.

Export naar XML volgens de opgegeven uitvoervolgorde

Met deze optie wordt een XML bestand aangemaakt waarin alle, of in elk geval alle relevante, berekeningsuitkomsten van Hydrotables staan. Dit bestand is bedoeld om geconsumeerd te worden door andere software, het is namelijk veel handiger en robuster om een XML bestand te lezen dan om cijfers uit voor menselijke consumptie bedoelde uitvoertekstbestanden te extraheren. Zie ook Export naar en import uit XML.

Instellen van de Local cloud monitors

Het local cloud concept is in algemene zin besproken in Local cloud: met meerdere modules gelijktijdig werken aan hetzelfde project. Hydrotables kan de cloud gaan `afluisteren' en van de rompvorm permanent een aantal carène-gerelateerde parameters berekenen en tonen, dat noemen we de local cloud monitor van Hydrotables. Hoe zo'n ding eruit ziet wordt in de volgende paragraaf getoond, maar hier kunnen de gewenste parameters worden opgegeven. Er kunnen meerdere monitoren worden geconfigureerd, waarbij per monitor kan worden opgegeven:

  • De parameter die in de gaten gehouden moet worden, waarbij gekozen kan worden uit volume, deplacement, drukkingspunt in lengte, KM, metacenterhoogte (GM) en maximaal toelaatbare KG', intact of lek.
  • De diepgang en trim waarbij die parameter moet worden berekend.
  • De KG', het hoogtezwaartepunt dus. Deze speelt vanzelfsprekend alleen een rol bij het monitoren van de GM.
  • De eventuele limieten van de parameter, dat zijn z'n vereiste minimum- en maximumwaardes. Als deze limieten opgegeven zijn dan toont de monitor een staafdiagram binnen de grenzen van die limieten, dus dan kan men eenvoudig zien wanneer deze overschreden worden. Er hoeven trouwens geen limieten opgegeven te worden, in dat geval wordt er geen staaf getekend omdat dat toch geen zin zou hebben, maar de actuele numerieke parameterwaarde wordt wel altijd weergegeven.
  • In de eerste kolom een aan/uit schakelaar van die monitor.

Activeer Local cloud monitors

Bij de vorige optie konden de local cloud monitor ingesteld worden, met deze worden ze geactiveerd. Dat heeft tot gevolg dat het hoofdscherm van Hydrotables vervangen wordt door één of meer staafdiagrammen met de ingestelde parameters en grenzen. De figuur hieronder toont daar een voorbeeld van, waarbij het volume wordt bijgehouden bij drie diepgang/trimcombinaties, de maximaal toelaatbare KG' bij één diepgang en de GM bij twee verschillende KG's. Het is wellicht een beetje overdreven voorbeeld, maar het toont wel de mogelijkheden. En deze monitor houdt nu alle wijzigingen van de rompvorm bij, dus als bv. met Fairway een rompvormmodificatie plaatsvindt dan wordt in deze monitor direct het actuele volume e.d. getoond.

hydrotables_cloudmonitor.png
Local cloud monitor die vijf parameters bijhoudt en toont.

Archief van instellingsvarianten

Hier kunnen backups van de tabel- en grafiekinstellingen worden gemaakt en weer teruggezet. Ook bevindt zich hier de optie `Stoppen zonder de tabel- of grafiekinstellingen op te slaan', zie voor de details Gegevensopslag en backups.