Deze functie is met name bedoeld voor het simuleren van Ro-Ro operaties. Hiermee kunnen, uitgaande van een moederbeladingstoestand en een aantal opgegeven gekoppelde belastingen welke langs een opgegeven route verschuiven, automatisch vele (tussen-)beladingstoestanden gegenereerd worden. De gegenereerde beladingstoestanden zijn functioneel volkomen identiek aan reguliere beladingstoestanden en kunnen gewoon met
Loading bewerkt en berekend worden.
Opgeven gekoppelde belastingen
Er verschijnt een invulscherm, waarop maximaal tien gekoppelde belastingen (zoals een stel Ro-Ro wagens) kunnen worden opgegeven. De kolommen hebben de volgende betekenis:
- Naam: De naam die aan één belasting wordt meegegeven.
- Gewicht: Het gewicht (in ton) van die belasting.
- Lengte: De lengte (m) van die belasting.
- Zwp.L: Het zwaartepunt in lengte (in m) van die belasting, gemeten vanaf de achterkant van de belasting.
- Zwp.B: Het zwaartepunt in breedte (in m) van die belasting, gemeten vanuit de route welke de belasting volgt. Een zwaartepunt dat rechts van de route ligt (gezien als men de route volgt) is positief, een zwaartepunt links is negatief.
- Zwp.H: Het zwaartepunt in hoogte (in m) van die belasting, gemeten vanaf de onderkant van de belasting, dus vanaf de route die de belasting volgt.
- Afstand: De afstand (in m) van de voorkant van deze belasting tot de achterkant van de volgende belasting. Deze afstand kan bv. gelijk zijn aan de dissellengte van een wagen. De afstand behorende bij de eerste belasting wordt niet gebruikt.
Opgeven driedimensionale route welke de belastingen volgen
Er verschijnt een invulscherm, waarop de route van de belastingen in het schip kan worden opgegeven. De belastingen worden geacht die route te volgen, met de onderkant van de belastingen over die route. Lengte-, breedte-, en hoogtecoördinaten van maximaal twintig punten van die driedimensionale route kunnen worden opgegeven (in meters, in het assenkruis van het schip). De laatste kolom van het invulscherm is de kolom ‘klep’. Bij de eerste of de laatste regel kan de kolom ‘klep’ met ‘ja’ gevuld worden, wat aangeeft dat zich aan die kant een klep bevindt waarlangs de Ro-Ro operatie plaatsvindt. Het punt waar de kolom ‘klep’ met ‘ja’ is gevuld bevindt zich op de wal, de overige punten in of op het schip. De weg tussen de twee eerste of de twee laatste punten ((a) en (b) bij oprijden en (b) en (c) bij het afrijden op de schetsen) geeft de plaats en de afmetingen van de klep aan. De belastingen kunnen op twee manieren starten met verschuiven:
- Oprijden van de belastingen: Indien in de kolom ‘klep’ van de eerste regel ‘ja’ staat dan bevinden de belastingen zich nog niet in het schip. De belastingen zullen dan starten te verschuiven vanaf het punt waar de voorkant van de eerste belasting samenvalt met de coördinaten van de eerste regel.
Oprijden van lasten.
- Afrijden van de belastingen Indien in de kolom ‘klep’ van de laatste regel ‘neer’ staat dan bevinden de belastingen zich al in het schip. De belastingen zullen dan starten te verschuiven vanaf het punt waar de achterkant van de laatste belasting samenvalt met de coördinaten van de eerste regel.
Afrijden van lasten.
Opgeven van het aantal stappen t.b.v. de generatie
Hier wordt opgegeven in hoeveel stappen de route verdeeld moet worden, dus hoeveel beladingstoestanden gegenereerd worden. Het minimum aantal stappen is 2, het maximum aantal is 35.
Opgeven van de naam van de moederbeladingstoestand
Elke gegenereerde beladingstoestand wordt samengesteld uit twee delen:
- De gewichten van alle belastingen, op het juiste punt langs de route.
- Andere voorkomende gewichtsposten, welke uit de zg. ‘moederbeladingstoestand’ gekopieerd worden. De naam van die moederbeladingstoestand kan bij deze optie worden opgegeven door de kolom voor de juiste beladingstoestand met ‘ja’ te vullen.
Genereren van alle beladingstoestanden
Met de keuze van deze optie worden de beladingstoestanden gegenereerd. Door een intern gebruikte numerieke integratieprocedure kan het voorkomen dat de gewichten van de belastingen in de gegenereerde beladingstoestanden niet exact overeenstemmen met de opgegeven gewichten. De afwijking is echter (met maximaal 0.02%) zo gering dat dat geen invloed op de berekeningsresultaten heeft.